kr-nieuws.be

22 soldaten uit W.O. I opgegraven langs golfdomein

22 soldaten uit W.O. I opgegraven langs golfdomein


Unieke samenwerking tussen Vlaanderen, het Gemenebest, Frankrijk en Duitsland

Experts uit verschillende landen hebben op een domein langs een golfclub in Ieper de stoffelijke resten opgegraven van 22 soldaten uit Wereldoorlog I. Dat gebeurde de voorbije 10 dagen in alle stilte. DeCommonwealth War Graves Commission(CWGC, namens de Gemenebestlanden) werkte hiervoor samen met de diensten van Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Ben Weyts, deVolksbund Deutsche Kriegsgräberfürsorgeen de FranseDirection de la mémoire, de culture et des archives. Dat is een vrij unieke internationale samenwerking. “Het is sinds de Tweede Wereldoorlog bijna ongezien dat zo’n internationaal gezelschap gezamenlijk opgravingen uitvoert en daarmee de herinnering aan de oorlogsslachtoffers levend houdt”, zegt Weyts. “We willen deze soldaten alsnog een eervolle begrafenis gunnen”.


In 2022 heeft een Vlaams archeologisch onderzoeksteam een vooronderzoek uitgevoerd op het domein naast Golfclub Palingbeek in Ieper. Daarbij werden tal van vondsten gedaan. Dat is niet verrassend, want het terrein ligt pal op de frontlinie van de Eerste Wereldoorlog. Tussen 1914 en 1917 groeven Geallieerden en Duitsers zich hier op enkele honderden meters van elkaar in. Er werden dan ook tientallen sporen teruggevonden: van bunkers, loopgraven, spoorlijnen én ook menselijke resten van zowel geallieerde soldaten als Duitse soldaten. De Vlaamse archeologen namen contact op met deCommonwealth War Graves Commission(CWGC) van de Gemenebestlanden, deVolksbund Deutsche Kriegsgräberfürsorge(VDK) en de FranseDirection de la mémoire, de culture et des archives(DMCA) om een gezamenlijk opgravingsproject op poten te zetten.


Experts uit alle betrokken landen hebben de voorbije 10 dagen in alle stilte de stoffelijke resten van 22 soldaten opgegraven op het domein langs de golfclub Palingbeek in Ieper. Alle teruggevonden slachtoffers werden geborgen en er werden ook nog eens tientallen persoonlijke en militaire voorwerpen opgegraven. Alle resten en objecten zijn overgedragen aan de politie en zullen toevertrouwd worden aan het War Heritage Institute (WHI). In de eerste plaats zal de nationaliteit bepaald worden van elk slachtoffer. Op basis van de eerste vondsten vermoeden de archeologen dat de meerderheid van de slachtoffers Duitsers zijn, al werden er waarschijnlijk ook Franse en Gemenebest-soldaten aangetroffen. De verdere identificatie wordt gedaan door het land van herkomst. Ze zullen uiteindelijk allen een laatste rustplaats krijgen, vermoedelijk op een militair kerkhof in Vlaanderen. De opgravingen waren een delicate archeologische operatie, onder leiding van de Vlaamse archeologen van Monument Vandekerckhove en onder toezicht van het Vlaams Agentschap Onroerend Erfgoed. Deze internationale samenwerking met experts uit verschillende landen is zelden gezien en was niet mogelijk zonder de coördinerende rol van Vlaanderen. Ze onderstreept het gezamenlijke engagement om het verleden te eren en de herinnering aan de oorlogsslachtoffers levend te houden.


Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Ben Weyts bracht op 7 april al een discreet bezoek aan de archeologische site in Ieper, waar de opgravingen op dat moment volop aan de gang waren. Deze discretie was nodig zodat de archeologische site niet werd verstoord. Hij werd vergezeld door Duits ambassadeur Martin Kotthaus en burgemeester van Ieper Katrien Desomer. Ter plaatse kregen ze toelichting over de historische achtergrond van dit stukje frontlinie en het domein waarop de opgravingen plaatsvinden. Aansluitend brachten ze ook een bezoek aan de opgravingssite zelf.


“Vlaanderen speelde een cruciale rol als coördinerende en sturende kracht in deze unieke internationale samenwerking,” zegt ministerBenWeyts. “In onze buurlanden is zo’n gezamenlijke operatie bijna onmogelijk. We mogen wel fier zijn dat dit gelukt is. Met vereende krachten zorgen we er nu voor dat deze soldaten een waardige rustplaats krijgen”.


“Deze opgravingen dragen bij aan het historisch besef en de herdenking van de gesneuvelden, en herinnert ons aan de vele duizenden onbekende soldaten van de Eerste Wereldoorlog die nooit geïdentificeerd of nog steeds vermist zijn”,Katrien Desomer, burgemeester van Ieper. “Ze bieden niet alleen inzicht in het verleden, maar geven ook nabestaanden de mogelijkheid om hun dierbaren te herdenken en hun laatste rustplaats te bezoeken. Het landschap in Ieper en de Westhoek is nu meer dan ooit de laatste getuige van de Eerste Wereldoorlog.”


"De CWGC is haar internationale en lokale partners, en in het bijzonder de erfgoedautoriteiten in Vlaanderen, zeer dankbaar voor hun onschatbare hulp gedurende het hele proces van dit herstelproject”, zegtRich Hills, directeur van de herdenkingen bij de CWGC. “Dit project stelt een voorbeeld voor mogelijke toekomstige opgravingen in de regio. De CWGC zal nu zorgen voor de eeuwigdurende rustplaats en een eventuele identificatie van alle Commonwealth-slachtoffers."


“Onderzoek naar de archeologie van Wereldoorlog I kan behoorlijk heftig zijn, met sporen van hevige gevechten en slechte levensomstandigheden net onder de oppervlakte. En ook honderdduizenden gesneuvelden bleven achter op het slagveld”, zegtBert Heyvaertvan Archeologie Monument Vandekerkckhove. “Bij de Palingbeek vonden we de zwaar verminkte resten van vooral Duitsers terug. Het lijkt erop dat er in de chaos van de gevechten geen of amper tijd was om hen te begraven. We zijn trots dat deze jonge mensen nu na 100 jaar een eervolle laatste rustplaats zullen krijgen.”